OM vindt verbod Martijn plicht van de staat

DEN HAAG -  Nederland is verplicht pedofielenvereniging Martijn te verbieden, omdat deze club een verzamelplek biedt aan onder anderen daders van zedenmisdrijven. Dat is een van de redenen die het Openbaar Ministerie (OM) woensdag bij de rechtbank in Assen gaf voor het verbieden en ontbinden van Martijn. 

Oud-voorzitter Ad van den Berg. © ANP

Een andere reden is dat de pedovereniging seks tussen volwassenen en kinderen goedpraat en zelfs verheerlijkt, zei officier van justitie M. de Meijer. Beide zaken zijn volgens het OM niet alleen in strijd met de algemene normen en waarden, maar ook met het beleid van de overheid in Nederland en daarbuiten om kinderen te beschermen tegen seksueel misbruik.
De advocaat van Martijn, Bart Swier, denkt er heel anders over. Volgens hem kan de rechter niet tot ontbinding overgaan, omdat de vereniging niks strafbaars heeft gedaan. Individuele leden en oud-bestuursleden zijn wel veroordeeld voor onder meer bezit van kinderporno en ontucht met minderjarigen, maar dat heeft niks met de vereniging te maken, aldus Swier.
Het OM mag de activiteiten van Martijn en vooral artikelen op de website „een hoog bah-gehalte” vinden hebben, dat wil nog niet zeggen dat de pedofielenvereniging verboden moet worden. Swier betoogde verder dat de vereniging niet aanzet tot strafbare feiten. „Seks met kinderen wordt door Martijn niet gepropageerd. Dat het OM de ideeën en uitingen 'vies' vindt, is niet genoeg voor een verbod.”
OM en Martijn staan in Assen tegenover elkaar voor de civiele rechtbank, die moet beslissen over het verzoek van het OM de vereniging te verbieden.
In juni vorig jaar meldde het OM nog dat er geen aanknopingspunten waren voor strafrechtelijke vervolging van Martijn. Ook een verbod via de civiele rechter was toen niet mogelijk, aldus het OM. Nu zegt het OM dat Martijn pedofielen en daders van kindermisbruik de mogelijkheid biedt elkaar via internet en in de echte wereld te ontmoeten en materiaal en ervaringen uit te wisselen. Onder meer door deze vereniging kunnen volgens justitie potentiële kindermisbruikers een subcultuur, met eigen normen, waarden en regels, in stand houden en uitbreiden. Het OM noemt de veroordelingen van oud-bestuursleden in dit kader wel relevant.
De rechtbank doet op 27 juni uitspraak over het ontbindingsverzoek van het OM.
16.05.2012